In het kort:
De inlichtingendienst AIVD voert activiteiten uit die eigenlijk bij de politie thuishoren, wat zorgen baart over de rechtsstaat en privacy van burgers.
- De AIVD gebruikt vergaande bevoegdheden zoals afluisteren voor zaken die niet direct de nationale veiligheid bedreigen
- Toezichthouders TIB en CTIVD zien een "glijdende schaal" waarbij de dienst zich te veel richt op reguliere criminaliteit
- Door deze vermenging komen rechten als een eerlijk proces en bescherming van privacy in het geding
Het grote plaatje:
De verschuiving komt voort uit de toegenomen aandacht voor ondermijning na de moorden op Derk Wiersum en Peter R. de Vries. De AIVD heeft ruimere bevoegdheden dan opsporingsdiensten en kan deze makkelijker inzetten, zonder dat daar een concrete verdenking voor nodig is.
De andere kant:
De toezichthouders constateren dat de AIVD in sommige gevallen zonder toestemming communicatie heeft onderschept die onder het verschoningsrecht viel. Dit maakt het voor verdachten onmogelijk zich adequaat te verdedigen, omdat ze niet weten welke informatie in het geheim is verzameld.