In het kort:
De rechtszaak van stichting RBV tegen de Nederlandse staat over geluidsoverlast van Schiphol dreigt vertraging op te lopen.
- In maart oordeelde de rechtbank dat de overheid heeft gefaald in het beschermen van burgers tegen geluidsoverlast.
- De staat ging in hoger beroep, voornamelijk vanwege de opgelegde termijn van 12 maanden om de situatie te verbeteren.
- Nu willen verschillende luchtvaartmaatschappijen, waaronder KLM en Delta Air Lines, zich mengen in het hoger beroep.
Het grote plaatje:
De zaak is cruciaal geworden voor de toekomst van Schiphol en de omwonenden.
- Eerdere pogingen om vluchten te beperken zijn gestrand door juridische obstakels en beleidswijzigingen.
- De luchtvaartmaatschappijen betwisten de uitspraak en willen als belanghebbenden deelnemen aan het hoger beroep.
- RBV ziet de interventie als een poging om hun positie te ondermijnen en pleit voor een "passende" luchthaven met minder vluchten.
Wat volgt:
Het hoger beroep in de RBV-zaak wordt verwacht rond de jaarwisseling. Daarnaast start in november een rechtszaak over de natuurvergunning van Schiphol, aangespannen door milieuorganisaties.