In het kort:
De Duitse verkiezingen tonen een opvallend contrast tussen oost en west, waarbij historische en economische factoren een cruciale rol spelen.
- De AfD wint vrijwel alle kiesdistricten in het oosten, terwijl de partij in het westen nergens de grootste wordt
- De CDU domineert het westen en zuiden, met name in het katholieke Beieren
- In universiteitssteden als Kiel en Stuttgart maken de Groenen kans op winst
Het grote plaatje:
De economische ongelijkheid tussen oost en west bepaalt grotendeels het stemgedrag van de Duitse kiezers.
- Het gemiddelde inkomen en vermogen ligt significant lager in de oostelijke deelstaten
- De AfD scoort vooral goed in regio's met weinig migranten en een vergrijzende bevolking
- Traditionele partijen als SPD en CDU hebben moeite om in het oosten voet aan de grond te krijgen