In het kort:
De musea maken zich zorgen over de trage openbaarmaking van belangrijke oorlogsarchieven vanwege privacykwesties rond nog levende personen.
- Het Centraal Archief Bijzondere Rechtspleging (CABR) blijft langer gesloten na waarschuwingen over privacyschending
- Verschillende andere belangrijke archieven, waaronder die van het Rode Kruis en de Joodse Raad, zijn beperkt toegankelijk
- De musea benadrukken dat privacy niet mag leiden tot verder uitstel
Het grote plaatje:
De toegang tot deze archieven is cruciaal voor nabestaanden en historisch onderzoek, stelt WO2Net-directeur Ellen van der Waerden.
- Privacy is volgens de musea geen absoluut recht en moet worden afgewogen tegen andere belangen
- Kinderen van verzetsstrijders en vervolgden hebben recht op informatie over hun familiegeschiedenis
- Persoonlijke verhalen zijn essentieel voor het overbrengen van oorlogsgeschiedenis aan jongere generaties
De onderste regel:
Voor de tweede generatie oorlogsslachtoffers is er haast geboden vanwege hun leeftijd, terwijl de persoonlijke verhalen in de archieven cruciaal zijn voor het levend houden van de oorlogsgeschiedenis.