In het kort:
Sinds 2004 hebben Nederlandse fertiliteitsklinieken de eigen richtlijnen voor het maximaal aantal kinderen per zaaddonor structureel overtreden.
- Tot 2018 gold een maximum van 25 kinderen per donor, daarna werd dit verlaagd naar twaalf gezinnen
- Bij de meeste massadonoren gaat het om 26 tot 40 kinderen, met uitschieters naar 75 kinderen
- Door gebrekkige registratie konden donoren bij meerdere klinieken terecht
Het grote plaatje:
De nieuwe Wet donorgegevens kunstmatige bevruchting heeft de problemen aan het licht gebracht. Klinieken wisselden onderling sperma uit zonder medeweten van donoren en hielden geen adequate registratie bij.
De onderste regel:
Stichting Donorkind spreekt van een "medische calamiteit" met verstrekkende gevolgen. Donorkinderen kunnen mogelijk te maken krijgen met tientallen halfbroers en -zussen, wat zorgen oplevert over toekomstige relaties en dating. Het ministerie van Volksgezondheid komt deze week met een brief aan de Tweede Kamer over de situatie.