In het kort:
De FTC beschuldigt Meta van het misbruiken van zijn machtspositie door concurrenten op te kopen in plaats van ermee te concurreren.
- Interne e-mails van Mark Zuckerberg tonen aan dat Meta doelbewust potentiële concurrenten opkocht
- Meta betaalde in 2012 715 miljoen dollar voor Instagram en in 2014 22 miljard dollar voor WhatsApp
- De FTC keurde de overnames destijds goed, maar wil ze nu ongedaan maken
Het grote plaatje:
Meta verdedigt zich door te stellen dat beide apps dankzij hun investeringen zijn uitgegroeid tot betere diensten. Het bedrijf benadrukt dat er voldoende concurrentie is van platforms als TikTok en YouTube.
Wat volgt:
De rechtszaak zal enkele weken duren, waarbij Zuckerberg persoonlijk moet getuigen over de overnames. Als Meta verliest, volgt een tweede rechtszaak om te bepalen of verkoop van Instagram en WhatsApp de marktbalans kan herstellen.