In het kort:
Het veroordelingsproces van jongeren verloopt al jaren te langzaam, met wachttijden die de norm overschrijden en soms jaren kunnen duren.
- Het pedagogische uitgangspunt van het jeugdstrafrecht wordt ondermijnd door lange wachttijden.
- Er is geen overkoepelend monitoringsysteem om de oorzaken van vertragingen te identificeren.
- Betrokken organisaties wijzen naar elkaar als schuldige voor de vertragingen.
Het grote plaatje:
De jeugdstrafrechtketen kampt met meerdere problemen die bijdragen aan de lange wachttijden.
- Onvoldoende informatie-uitwisseling tussen organisaties
- Zwaardere doelgroepen en complexere zaken
- Personeelstekorten en tekort aan specialistische zorg
- Beperkte beschikbaarheid van plekken in jeugdinrichtingen en voor taakstraffen
Wat volgt:
De inspectie roept op tot een duurzame gecoördineerde aanpak van de staatssecretaris Rechtsbescherming en het ministerie van Justitie en Veiligheid, evenals betere samenwerking tussen ketenorganisaties om jongeren sneller door het systeem te leiden.