In het kort:
Het nieuwe klimaatfonds vormt een cruciale test voor internationale klimaatsamenwerking, met een voorgesteld bedrag dat tien keer hoger ligt dan het huidige fonds.
- Zuidelijke landen en ngo's pleiten voor minstens 1000 miljard dollar per jaar vanaf 2025
- Westerse landen eisen dat ook China, nu een economische grootmacht, gaat bijdragen
- De mogelijke herverkiezing van Trump vormt een bedreiging voor het akkoord
Het grote plaatje:
De discussie draait niet alleen om de hoogte van het bedrag, maar vooral om wie er moet betalen. Tot nu toe dragen alleen de landen die in 1992 bij de Oeso hoorden bij, terwijl de wereldeconomie sindsdien drastisch is veranderd.
De onderste regel:
Als de top in Bakoe mislukt en zuidelijke landen afhaken, komt het behalen van de klimaatdoelen verder uit zicht. Nederland, dat nu ongeveer 100 dollar per inwoner bijdraagt, zou bij een nieuw fonds een veel grotere bijdrage moeten leveren om klimaatverandering effectief aan te pakken.